5040
uitzondering na, slechts aan drie spekers het woord zal
worden verleend, n.1. aan Zijne Exc. den Minister van
Economische Zaken, den heer Commissaris der Konin
gin en den heer Burgemeester van Eindhoven. Aan den
feestmaaltijd zal straks nog voldoende gelegenheid wor
den gegeven aan andere heeren die nog een enkel woord
wenschen te zeggen.
Het bijzondere feit, dat op 5 December 1898 tot op
richting onzer Centrale Bank werd besloten, waarna op
24 December de oprichtingsacte werd gepasseerd heeft
ons Bestuur en Raad van Toezicht aanleiding gegeven
om bij gelegenheid dezer algemeene jaarvergadering op
gepaste wijze het veertigjarig bestaan onzer Instelling
te herdenken.
Ik zal mij niet laten verleiden in lange historische
beschouwingen te treden over het ontstaan, de ontwik
keling en den uitgroei onzer Organisatie. U zult dit
allen kunnen nagaan in het Gedenkboek, dat U een
paar weken geleden werd toegezonden, terwijl de feest
redenaar van heden Mr. Dr. Deckers U zonder twijfel
in enkele korte trekken een beeld van onze Organisatie
voor het geestesoog zal doen oprijzen.
Ik kan evenwel niet nalaten thans en vanaf deze
plaats een woord van hartelijken dank uit te spreken
voor al degenen, die in de afgeloopen 40 jaren hun beste
krachten aan de leiding onzer Organisatie hebben ge
schonken.
Ik dank de leden van den Raad van Toezicht, de
Commissie van Advies, mijne medebestuurders en de
Directeuren der Centrale Bank, die door hun toewij
ding, werkkracht en bekwaamheid ieder naar eigen taak
en functie steeds hun plicht en zelfs meer dan hun
plicht hebben gedaan.
Een extra dankwoord moet ik in dit verband richten
tot den HoogEerwaarden Heer van der Marck, die tot
de oprichters onzer Centrale Bank heeft behoord en die
40 jaren lang met toegewijde zorg en groote belangstel
ling de Centrale Bank met raad en daad heeft bijge
staan. Niemand die niet regelmatig in de Bestuurskamer