4071 de van 100200 per ha. aan en komt dan tot een totaalcijfer van plm. 70 millioen gulden. Dan zijn er de boschgronden, waarvan de waarde ook zeer kan uiteenloopen, wat ook blijkt uit de uiter ste cijfers van 200 en 1200, die schr. noemt om door een gemiddelde van 600 per ha. tot een kapitaal- waarde van al onze bosschen te samen te komen tot 150 millioen gulden. De eigenlijke landbouwterveinen. De cultuurgronden kan men verdeden in eenige groepen. Daarvan zijn de kleigronden in de weidestre ken in den loop der tijden wel het hoogst in prijs ge weest, maar sedert het gebruik van kunstmest meer algemeen is geworden en de cultuur onzer zandgron den in vele opzichten is verbeterd, zijn deze in waarde toegenomen. Hierbij speelt de hoogteligging een rol, want men is op hooge en droge zandgronden veel meer afhankelijk van den regenval en beperkt in de keuze der gewassen. De lage, vochthoudende zandgron den, die ook geschikt zijn voor aanleg van grasland, zijn het meeste waard. Overigens dient bij de waardebepaling van al deze gronden terdege rekening te worden gehouden met de lasten, in de eerste plaats de waterschapslasten, die soms wel eens zeer hoog zijn, zelfs wel eens zóó hoog dat van eenige handelswaarde nauwelijks gesproken kan worden. De waarde van veenkoloniale gronden wisselt niet zoo sterk als van de zandgronden. Ook hier echter hangt de opbrengst geheel af van het gebruik van kunstmest. Zijn de veenkoloniale gronden goed ont gonnen, dan is het risico van den oogst geringer dan op vele zandgronden. De laatste jaren zijn de landprijzen ten gevolge van den lagen rentevoet, van de devaluatie en door de meerdere vraag naar grond voor geldbelegging vrij wat gestegen, meer althans dan de pachtprijzen en de op brengsten wettigen. Van grondbezit wordt op dit

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1939 | | pagina 7