3996 einde het risico, dat voor de Boerenleenbanken aan de uitleeningen kan zijn verbonden, zooveel mogelijk te beperken. Wij zagen boven, dat vele voor de voor ziening met bedrijfskapitaal ter leen verstrekte gelden dienen voor den aankoop van dooden en levenden inventaris en dat het dus voor de hand ligt, dat op een dergelijke leening geleidelijk terugbetalingen plaats vinden minstens naargelang de inventaris in waarde vermindert of aan slijtage onderhevig is. Al moge de Boerenleenbank dan ook gedekt zijn door goede bor gen of door hypotheek, de ervaring heeft geleerd, dat er nog steeds risico's overblijven en het ligt toch op den weg der Boerenleenbank om zooveel mogelijk de belangen der borgen te beschermen. Laten wij slechts een oogenblik nadenken hoe het er met de Boeren leenbanken uit zou zien in deze landbouwcrisis, indien in het verleden niet steeds op behoorlijke wijze aan de jaarlijksche aflossingen de hand was gehouden! De Inspectiedienst der Centrale Bank weet bij ervaring, dat juist bij die Boerenleenbanken welker beheerders vroeger niet voldoende de hand hielden aan de perio dieke aflossing de moeilijkheden met debiteuren in de crisis het grootst zijn gebleken. Ten derde is de jaarlijksche aflossing noodig ten einde het voortbestaan der Boerenleenbanken op zake lijk verantwoorde basis te verzekeren. De Boerenleen banken werken in hoofdzaak met spaargelden van der den, welke te allen tijde of met inachtneming van een opzegtermijn van een jaar opeischbaar zijn. Weliswaar zal het practisch niet voorkomen, dat op betrekkelijk korten termijn het overgroot deel der spaargelden wordt teruggevorderd, doch de mogelijkheid blijft ook onder overigens normale omstandigheden steeds bestaan. De ervaring van den oorlogs- en na- oorlogstijd en vooral de ervaring van den crisistijd heeft geleerd, dat een vrij sterke op- en nedergang der inlagen in betrekkelijk korten tijd steeds mogelijk blijft. Alle banken, ook spaarbanken en zelfs de Rijks postspaarbank hebben te zorgen voor eene voldoende

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1938 | | pagina 8