3995 inventaris plus oogst, doch bovendien kan met zeker heid gezegd worden, dat op deze eerste hypotheek slechts zeer geringe jaarlijksche aflossingen kunnen worden betaald, wil de debiteur in staat zijn om op het als bedrijfskapitaal verstrekte voorschot van 6000.regelmatig te blijven aflossen. Wij kunnen zeggen, dat de grens tusschen grondka- pitaal en bedrijfskapitaal niet steeds nauwkeurig is aan te geven, doch dat in de meeste gevallen, zoodra wij de financieele positie van den aanvrager van een voor schot of crediet aan een oppervlakkig onderzoek heb ben onderworpen, vrijwel met zekerheid kunnen uitma ken of er van grond- dan wel van bedrijfskapitaal sprake is. De aflossing. Vervolgens komt de vraag aan de orde of en hoe veel de aanvrager op zijn voorschot of crediet zal kun nen aflossen. De statuten schrijven bindend voor, dat als een voorschot langer dan één jaar loopt, elk jaar een gedeelte moet worden terugbetaald en dat de grootte der jaarlijksche aflossingen uit de schuldbe kentenis moet blijken (art. 49 1 2°). Wanneer wij daar naast de bepaling in aanmerking nemen, dat voorschot ten voor langer dan tien jaren niet gegeven mogen worden zonder de goedkeuring der Centrale Bank, indien zij het bedrag van 1000.te boven gaan (art. 49 2 6°), dan blijkt hieruit wel overduidelijk, van welk groot belang de ontwerpers der statuten de jaarlijk sche aflossing hebben geacht. Waarom is de verplichte jaarlijksche aflossing voor de werking onzer Boerenleenbanken zoo noodzakelijk? Vooreerst vanwege de opvoedende taak, welke op de leenbanken rust. Aflossen is gelijk te stellen met sparen. Wie moet aflossen komt in den regel ook voor uit in het maatschappelijk leven en dit te helpen be vorderen is toch feitelijk het doel der Boerenleen banken. Ten tweede is een jaarlijksche aflossing noodig ten

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1938 | | pagina 7