3994 kortloopend bedrijfskapitaal hebben opgenomen. Indien daarentegen tegenover de vermelde bezittin gen eene schuld bij de Boerenleenbank zou hebben be staan van 6000.—, dan zou er vanuit het standpunt der Boerenleenbank alles voor te zeggen zijn geweest om de nieuw-aangevraagde 1000.als een werkelijk grondkapitaal te bezien, daar reeds een hooger bedrag dan de waarde van den geheelen bedrijfsinventaris 4000.plus de waarde van den geheelen oogst 1000.bij de Boerenleenbank als bedrijfskapitaal was geleend. Wij zien dus uit beide voorbeelden, dat de grens tus- schen grondkapitaal en bedrijfskapitaal niet steeds scherp is aan te geven, doch dit neemt niet weg, dat in de meeste gevallen met vrij groote zekerheid is te zeggen of eene leening dient als bedrijfs- dan wel als grondkapitaal. Bijvoorbeeld indien wij de volgende financieele positie hebben: Bezittingen: boerderij en grond (16 H.A.) inventaris plus oogst te velde Schulden: lste hypotheek 14.000 Boerenleenbank (2de hyp. borgen) 6.000 20.000.— Indien de eerste hypotheekhouder in dit geval zijn geld heeft opgezegd en de eigenaar komt bij de Boe renleenbank eene eerste hypotheek aanvragen, dan kan met zekerheid gezegd worden, dat het hier betreft een grondkapitaal en zelfs een langloopend grondkapitaal, dat niet direct op den weg der Boerenleenbank ligt doch op dien der Boeren-Hypotheekbank. Immers heeft vooreerst de Boerenleenbank reeds een leening op dit bedrijf verstrekt van 6000.ter grootte van den 20.000.— 6.000 26.000.—

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1938 | | pagina 6