Het verleenen van Voorschotten en Credieten.
Bedrijfskapitaal of Grondkapitaal.
De aflossing.
Wanneer het Bestuur der Boerenleenbank zich over
de persoon van den aanvrager en diens financieelen
toestand een nauwgezet oordeel heeft gevormd, dan
is daarmede nog slechts een deel der vragen beant
woord, die bij het beslissen over uitleeningen rijzen.
Met name dient nog te worden nagegaan, of de ge
vraagde leening het karakter draagt van een bedrijfs
kapitaal dan wel van een grondkapitaal.
Dit punt is vooral van belang, omdat volgens hare
statuten de Boerenleenbank tot taak heeft de leden
van bedrijfskapitaal te voorzien, zooals niet alleen uit
de statuten (art. 47 2) doch ook uit den geheelen opzet
en de ontwikkeling der Boerenleenbanken volgt.
Onder grondkapitaal verstaan wij de middelen, welke
een boer of tuinder noodig heeft ter financiering van
zijn vaste of onroerende goederen zooals: gronden,
boerderij, bedrijfsgebouwen, kassen. In den regel zal
het grondkapitaal naar zijn aard vast en langloopend
zijn, dat wil zeggen, dat meestal op de leeningen welke
worden opgenomen ter voorziening in de behoefte aan
vast kapitaal, dus ter financiering van de onroerende
productiemiddelen, slechts een zeer geringe jaarlijk-
sche aflossing zal kunnen worden opgebracht. Zulks
is uit landbouwtechnisch oogpunt bezien als regel ook
niet noodig, daar juist die vaste goederen hetzij niet
hetzij in slechts zeer geringe mate aan slijtage of waar
devermindering onderhevig zijn.
Onder bedrijf skapi&al verstaan wij de middelen,
welke een boer of tuinder verkrijgt ter financiering van
zijn roerende productiegoederen (gereedschappen,
zaadgoed, veestapel, eenruiters) en van het productie-
3991
Z e ook „Mededeelingen" no. 260 blz 3902 en „Mededeelingen"
no. 263 blz. 3973.