3977 van een bedrijf en deszelfs inventaris, om een globale schatting te kunnen maken. In vele gevallen daaren tegen zal ook eene nauwkeurige opname ter plaatse ge- wenscht zijn, zoo bijvoorbeeld ingeval het beheer der Boerenleenbank, doordat een bedrijf afgelegen of nog niet lang begonnen is, niet van den toestand op de hoogte is, of in het intensieve tuindersbedrijf waar eene opname van den glasinventaris en van de verdere op standen van groot belang is. Van veel belang is het bij dit alles, dat het Bestuur informeert, of de aanvrager alléén eigenaar is van het bedrijf dan wel of het bedrijf tot een onverdeelden boedel behoort, waarin de aanvrager slechts ten deele is gerechtigd, want vanzelfsprekend maakt dit bij de be oordeeling van de credietwaardigheid een groot ver schil. Er kunnen omstandigheden zijn dat het gewenscht is, om op het kadaster naar den eigendomstoestand te informeeren en in vele gevallen zal ook de notaris van den aanvrager gaarne de noodige inlichtingen aan de Boerenleenbank verstrekken. Van groot belang is ook de vraag, of de inrichting van het bedrijf en de samenstelling van den levenden en dooden inventaris voldoende zijn om het bedrijf op rendabele wijze te exploiteeren. ad 2. Is op deze wijze de waarde der bezittingen vastgesteld, dan rijst bij de beoordeeling van den ver mogenstoestand van den aanvrager verder de vraag: Welke hypothecaire en nadere schulden en lasten druk ken op het bedrijf? Het heeft geen zin om eene schatting van de waarde der bezittingen te verrichten, indien niet tevens de schuldenlast wordt nagegaan. En toch vernemen wij nog wel eens het bezwaar van beheerders: wij vreezen, dat de aanvrager verontwaardigd zal zijn, indien wij hem naar zijn schulden vragen. In den regel en zulks is ons uit ervaring bekend maakt een bonafide lid, dat eene leening aanvraagt, er geen bezwaar tegen zijne schulden te noemen en ziet hij volkomen in, dat van de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1938 | | pagina 5