3988
Renteberekening van spaargelden, ingeval
van rentewijziging per 1 Juli.
Ten gerieve der Boerenleenbanken die de rente der
spaargelden hebben gewijzigd met ingang van 1 Juli
1938, willen wij even aangeven, hoe de berekening dezer
rente over 1938 het eenvoudigste kan geschieden.
Tot 30 Juni rekent de Kassier op de gewone wijze
voor het beginsaldo zoowel als voor inlagen en terug
betalingen de oude rente. Nemen wij aan dat deze was
2.75% en met ingang van 1 Juli werd verlaagd tot
2.64%, dan werd dus voor alle Debet- en Credit-bedra-
gen een half jaar 0.11 teveel berekend. Dit wordt dan
hersteld door aan de linkerzijde van het Grootboek een
rentekorting te noteeren van 6 maanden a 0.11% van
het saldo op 1 Juli.
Voor inlagen en terugbetalingen na 30 Juni wordt de
nieuwe (in dit geval 2.64%) rente berekend.
VOORBEELD.
Rechterzijde v. Grootboek I
Rente tot 1 Juli 2.75% vanaf 1 Juli 2.64%
Saldo 1 Januari 1938 1000.— 12 m. 2.75% 27.50
Inlage 30 Maart 100.— 9 m. 2.75% 2.06
Linkerzijde:
Opname 1 Mei 300.8 m. 2.75% 5.50
Rentekorting van
800.na 1 Juli 6 m. 0.11% 0.44