in voldoende mate begaan zijn met het lot van te zwaar belaste tuinders, doch wij meenen vóór alles recht te moeten doen wedervaren aan de eischen, die de statu ten en reglementen der Boerenleenbanken stellen, daar zulks een rechtvaardigheidsplicht is jegens hen, die door hun toetreden als aansprakelijke leden de Boeren leenbanken steunen doch daaraan ook hun rechten en aanspraken ontleenen. Nog eens de „Vaste Lasten in den Tuinbouw". Aan het jaarverslag 1937 van het Centraal Bureau voor de Tuinbouwveilingen in Nederland ontleenen wij (van de hand van den secretaris Mr. L. Niemöller) het volgende betreffende het onderwerp „De Vaste Lasten": Reeds in ons vorig jaarverslag noemden wij het vraagstuk van de aanpassing der „vaste lasten" bij het lagere peil der bedrijfsinkomsten van den tuinder een der moeilijkste onderwerpen bij de saneering van den tuinbouw. Naast de verbetering van den export is dit een der belangrijkste problemen bij het streven om in den tuinbouw op lager niveau van prijzen en kosten de bedrijfsrentabiliteit te herstellen. Toen na afwijzing door de Tweede Kamer van het in ons vorig jaarverslag genoemde wetsontwerp vast stond, dat de regeering geen voorstellen zou doen om in de credietverhoudingen van het bedrijfsleven wette lijk in te grijpen, heeft in vele gevallen het bedrijfsleven zichzelf geholpen. Ook in den tuinbouw hebben vele cre diteuren gebruik gemaakt van hunne wettelijke rechten waardoor menige tuinder gedwongen werd zijn bedrijf te verlaten ofwel afstand te doen van zijn eigendoms rechten, zoodat hij thans als betaalde kracht in dienst van den vroegeren geldschieter het bedrijf beheert. Nog grooter is het aantal vakgenooten, dat ter richtige nakoming van vroeger aangegane financiëele verplich tingen een grooter of kleiner deel van de bedrijfsinkom- 3961

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1938 | | pagina 5