3922
De gang van zaken in het zuivel- en tuinbouwbedrijf,
de beide hoofdpijlers van onze agrarische productie, is
rechtstreeks afhankelijk van onze exportmogelijkheden.
Ik mag niet nalaten voor deze twee onderdeelen met
den meesten aandrang de aandacht te blijven vragen
van de landsregeering, welker handelspolitieke ideëen-
richting zoozeer onze waardeering heeft, wijl zij zich
in sterkere mate dan ooit tevoren van alle vrijhandels-
dogmatiek heeft weten los te maken!
Als lichtpunt kan hieraan worden toegevoegd, dat
onze veehouders en tuinders taaie doch daarnaast ook
prima vakmenschen zijn, in staat en bereid om een
eerste klasse product aan de markt te brengen, zoodat
ons bedrijfsleven dan ook bij de minste verbetering in
zake den export daarvan ten volle zal weten te profi-
teeren.
Met het streven van de Regeering om langs den weg
van bemiddeling zonder wettelijken dwang te trachten,
om in de meest bedreigde gebieden van den tuinbouw
tot eene verlichting van lasten te komen, indien door
crediteuren een onredelijk standpunt mocht worden
ingenomen, kan ik mij uiteraard geheel vereenigen. Ik
ben ervan overtuigd, dat op dit gebied wat te bereiken
is, mits het aangegeven middel met gematigdheid en
goed doorzicht wordt gehanteerd en met de belangen
van den schuldeischer op redelijke en verantwoorde
wijze wordt rekening gehouden. Ik ben er tevens van
overtuigd, dat bij dit alles zal blijken, hoezeer onze
Boerenleenbanken, geheel in overeenstemming met hare
doelstelling, ten aanzien van hare debiteuren de rede
lijkheid hebben betracht.
Ten aanzien van de plaatselijke Commissies inzake
vaste lasten in den tuinbouw wil het mij toeschijnen,
dat het al te lokale karakter dezer Commissies vaak
ondoelmatig zal blijken. Met de Directie van den Land
bouw ben ik van meening, dat de voorkeur moet wor
den gegeven aan districts- of streekcommissies. Dat de
kosten dezer Commissies door de organisaties en niet