3934
Aan deze gedurige spaarmiddelen dankt onze orga
nisatie voor een groot deel haar stabiliteit, de gelijk
matigheid, waarmede zij zich heeft ontwikkeld en zich
ook kan blijven ontwikkelen. Vroeger werd de nood
zaak om onderscheid te maken tusschen gedurige en
ongedurige inlagen intusschen minder sterk aangevoeld
dan heden ten dage omdat zelfs voor de ongedurige
gelden, die bij de Boerenleenbanken werden ingelegd,
als regel een voldoend rendabel gebruik was te vinden,
omdat als regel die gelden op zeer liquide wijze en toch
zonder verlies door de Centrale Bank konden worden
belegd. Met andere woorden: vroeger werkten derge
lijke ongedurige gelden niet storend op de rentabiliteit.
De tijd is anders geworden. Wij zitten voor het ver
schijnsel, dat er in ons land een zwevend kapitaal van
tientallen, van honderden millioenen guldens is, waar
voor geen vast emplooi wordt gezocht, maar dat door
de bezitters zwevende wordt gehouden, omdat zij zeg
gen: wij kunnen thans niet tegen hooge rente vast beleg
gen en daarom zullen wij het geld bij de Bank brengen,
dan kunnen wij er toch altijd over beschikken. Dat zwe
vende geld, dat naar zijn aard ongedurig is, is geld dat
in sterker mate dan ooit te voren in den laatsten tijd ook
naar onze Boerenleenbanken is toegestroomd. Dit zal
reeds hierom duidelijk zijn, omdat het niet mogelijk is,
dat enkel aan werkelijk overgespaarde gelden in één
jaar tijds bij een organisatie als de onze 20 millioen
kan toevloeien, zooals in 1937 het geval bleek. Daar-
tusschen bevindt zich veel geld, dat ongedurig is, waar
van wij met vrij groote zekerheid kunnen zeggen, dat
het zal wegvloeien zoodra de bezitter er een ander
gebruik of eene meer loonende belegging voor gevon
den heeft. Daarbij is veel geld, dat vroeger in obligaties
was belegd, welker eigenaars er niets voor voelden op
de vèrdoorgevoerde renteverlaging bij conversies in te
gaan.
De Boerenleenbanken willen zooveel mogelijk haar
leden tegemoetkomen. Zij stellen zich over het alge
meen, wanneer het leden betreft of personen die altijd