3911 door jonge boeren, die de noodige gronden daarnaast kunnen pachten. De leenbanken zullen voorzoover zij daartoe hun reservemiddelen nog niet hebben aangewend deze reservemiddelen op sociale èn economische wijze kun nen beleggen. Sociaal wat de doelstelling betreft, dus niet gedreven door winstbejag doch door een streven naar redelijke rentabiliteit. Economisch door de wijze waarop, opdat de likwiditeit, de soliditeit en de renta biliteit der leenbanken niet in gevaar komt. Kan de Boeren-Hypotheekbank, of kan in sommige gevallen een leenbank dus een jongen boer behalve met bedrijfs- crediet ook nog aan een deel van het benoodigde geld voor den bouw van een boerderij helpen in den vorm van een hypotheek, dan moet dat zeker overwogen worden. Er is ook geen reden om aan te nemen, dat zulks heden niet zou geschieden, waar het in het ver leden ook gebeurde. Maarin het heden is het dikwijls voor den jon gen boer moeilijk om in zijn bedrijf als onderpand vol doende overwaarde te bezorgen boven zijn hypotheek en andere schuld. En de leenbank kan toch niet de volle 100 pet. voorschieten, want dan loopt zij het heele risico van het bedrijf en dat is niet verantwoord. Ik geloof, dat hier een aanvullende taak ligt voor de Overheid. Het Rijk en de Gemeenten moesten zoo'n jongen boer, wanneer de Hypotheekbank en de leen bank voor de eerste 50 of 75 pet. zorgden, het restee- rende renteloos kunnen bezorgen, of tenminste gedu rende een aantal jaren renteloos. Of zij moesten voor een deel tegenover de leenbank garant blijven. Voor vele ionge boeren zal zulks niet noodig zijn, omdat die van „thuis" een uitzet meekrijgen en dus slechts een klein deel van het bedrag der bouwkosten en van de kosten van den inspan behoeven te leenen. Maar er zijn ook flinke bekwame jonge boeren zonder veel centen of met ouders, die wel veel kinderen maar daar door minder geld hebben en die moesten door eene overheidsgarantie in staat worden gesteld bij de hypo-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1938 | | pagina 11