3887 Dr. H. J. Lovink. f Den len April jl. is in den ouderdom van 72 jaren overleden de heer Dr. H. J. Lovink, een der meest voor aanstaande personen op landbouwgebied. Zijne verdiensten werden in de dagbladen en in de landbouwpers met groote, en welverdiende waardeering herdacht, maar wij voelen ons verplicht ook uiting te geven aan onze dankbaarheid voor hetgeen Dr. Lovink voor onze boerenleenbanken gedaan heeft. Toen in 1907 Dr. Lovink als de eerste Directeur- Generaal van den landbouw optrad heeft hij zijne be moeiingen uitgestrekt over het geheele gebied van den landbouw, wat hij door zijne groote kennis en bewonde renswaardige werkkracht doen kon. En de Boerenleen banken stonden in het middelpunt zijner belangstelling. Herhaaldelijk confereerde hij o.a. met het Bestuur der Centrale Bank te Eindhoven, en nooit werd zijn hulp of steun ingeroepen, of hij deed wat hij kon, om het landbouwcrediet te helpen en te steunen. Het was in de jaren dat de Boerenleenbanken nog steun behoefden van de Regeering, om tegemoet te komen in de eerste onkosten van oprichting der boeren leenbanken en van de kosten van de inspectie der plaat selijke boerenleenbanken. Een Boerenleenbank opgericht volgens de Wet van 1855 ontving een subsidie van 75.en wanneer zij opgericht werd volgens de Coöperatieve-wet van 1876 (waarvoor notariëele acte noodig was) en subsidie van 175.—. Daarenboven ontvingen de Centrale Banken als tege moetkoming in de kosten van inspectie der plaatselijke boerenleenbanken vanaf 1900 tot 1914 bijdragen die va- riëerden tusschen 950.en 3400.per jaar. Toen in 1914 de Centrale Banken in staat waren zelf de kosten van inspectie te dragen, werden deze sub sidies ingetrokken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1938 | | pagina 3