3856
bedoelde besluit genomen, dan behoort voor de be
treffende wijziging van artikel 10 van het Huishoude
lijk Reglement op de gebruikelijke wijze de goedkeu
ring van het Bestuur der Centrale Bank gevraagd te
viorden.
Het kan aanbeveling verdienen, dat ook diè Boeren
leenbanken, welke hun rentetarieven in een afzonder
lijke Algemeene Vergadering reeds hebben aangepast,
alsnog overeenkomstig ons bovengegeven advies te
werk gaan, zulks ten einde te voorkomen, dat zij op
nieuw eene tusschentijdsche Algemeene Vergadering
moeten bijeenroepen, in geval onverhoopt in de naaste
toekomst een hernieuwde rentewijziging mocht nood
zakelijk blijken.
Wij wijzen er verder nog op, dat diè Boerenleenban
ken, welker Algemeene Vergadering een besluit geno
men heeft, ingevolge hetwelk Bestuur en Raad van
Toezicht onder goedkeuring der Centrale Bank de
rentetarieven geheel of gedeeltelijk kunnen wijzigen,
goed doen aan de leden en inleggers kennis te geven
wanneer zij te zijner tijd een verdere wijziging van het
rentetarief mochten hebben doorgevoerd. Wij achten
dit noodig om misverstand en onaangenaamheden te
voorkomen.
Tevens brengen wij te dezer plaatse naar voren, dat
het in het algemeen wenschelijk is (en door zeer vele
Boerenleenbanken wordt zulks van oudsher in practijk
gebracht) dat de rente voor bij wijze van belegging
toegestane uitleeningen zoo mogelijk wat hooger wordt
gehouden dan de rente voor bij wijze van bedrijfs-
voorschot of bedrijfscrediet uitgeleende gelden. Zooals
bekend mag worden verondersteld, kan de rente voor
bij wijze van belegging verstrekte gelden na daartoe
verkregen goedkeuring van de Centrale Bank geval
voor geval door de beheerders vastgesteld en dus ook
geval voor geval met goedkeuring der Centrale Bank
gewijzigd worden.
De rentevoet voor als belegging uitgeleende gelden
behoeft dus strikt genomen niet door de Algemeene