3844 sterke stijging van het saldo-tegoed te constateeren. De toevloeiing van gelden naar de spaarbanken werd in deze jaren vooral veroorzaakt door de ingekrom pen geldbehoefte van het bedrijfsleven, de slapte op de effectenbeurzen en de tendens tot het ter beschik king houden van gelden op korten termijn; ook de grootere activiteit, in deze jaren van de spaarbanken uitgegaan, heeft hierbij een rol gespeeld. In 1932 ech ter is het saldo-tegoed bij de bijzondere spaarbanken gedaald, vooral onder invloed van de onrust na den val van het pond, terwijl bij de ROjks^ P(ost) S(paar- bank) de stijgende lijn werd voortgezet. Het totale saldo-tegoed van de genoemde instellingen tezamen is sinds dit jaar weliswaar verder gestegen, maar deze stijging werd steeds geringer en was grootendeels het gevolg van de bijschrijving van rente. In 1935 deed het wantrouwen tegen den gulden de terugbetalingen zelfs boven de inlagen stijgen, waardoor de spaargelden aan het einde van dit jaar iets lager waren dan aan het einde van het voorgaande jaar. Het jaar 1936 toont weer een vermeerdering van het saldo-tegoed van de R. P. S. en de bijzondere spaarban ken tezamen, n.1. van 1024 tot 1041 millioen. De gezamenlijke inlagen zijn tegenover het vorige jaar weliswaar met rond 5 millioen verminderd, maar de terugbetalingen zijn sterker teruggeloopen, n.1. met rond 25 millioen. Toch hebben de terugbetalingen in 1936 de inlagen nog met 10 millioen overtroffen, zoodat de stijging van het saldo-tegoed geheel het ge volg is geweest van de bijschrijving van rente. De da ling der inlagen tegenover het vorige jaar komt bijna geheel voor rekening van de R. P. S., aangezien de inlagen bij de bijzondere spaarbanken slechts weinig zijn verminderd. Daartegenover zijn de terugbetalingen bij de laatstgenoemde instellingen in iets sterkere mate gedaald dan bij de R. P. S. Veelal is de meening geuit, dat gedurende de laatste jaren kapitalen naar de spaarbanken zijn gevloeid, welke geen eigenlijke spaargelden zijn, d.w.z. gelden,

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1938 | | pagina 8