3839 van belegging die deze inleggers van ongedurig geld zélf door hun geld bij de Boerenleenbank te plaatsen willen vermijden, namelijk een vastlegging van midde len voor langeren tijd. Eene dergelijke langloopende hypothecaire leening kan toch moeilijk 'n geschikte beleggingswijze zijn voor ongedurige spaargelden. Zelfs voor gedurige spaargel den is belegging in den vorm van hypotheken met zeer langen looptijd en kleine jaarlijksche aflossingen reeds zeer ongewenscht, daar de likwiditeit eener Boerenleen bank hierdoor op den duur ernstig kan worden geschaad. Vandaar dat in 1908 de N.V. Boeren-Hypotheekbank werd opgericht, die pandbrieven met zeer langen loop tijd uitgeeft, zoodat zij dus veilig langloopend grond- crediet kan verleenen. Zou het dan juist zijn thans na dertig jaren onder den indruk van het oogenblik een stap terug te zetten door toegestroomde ongedurige spaargelden te beleggen op eene wijze die vroeger voor de belegging van gedurige spaargelden reeds onge wenscht werd geacht?? Hiertegenover wordt wel eens opgemerkt, dat eene Boerenleenbank zich toch het recht voorbehoudt om hare hypothecaire beleggingen met een maand op te zeggen indien de spaarders op grootere schaal geld terug mochten vragen en hierdoor komen wij vanzelf aan: Ons tweede bezwaar, n.1. dat de hypothecaire debiteu ren zich geenszins dankbaar zullen toonen, indien mis schien over eenige jaren hun leening door de Boeren leenbank wordt opgezegd, daar deze het geld noodig heeft om spaargeld terug te betalen, om kortloopend bedrijfscrediet te verleenen of om aan artikel 8 van het Huishoudelijk Reglement der Centrale Bank te voldoen en aldus gedwongen is om beleggingen op te vorderen. Immers is het zeer de vraag of de hypothe caire debiteur het dan niet zeer zal betreuren, dat hij terwille van een schijnvoordeel van enkele jaren de hooge notariskosten aan het sluiten eener hypotheek verbonden heeft gemaakt, welke kosten hij dan nog maals moet maken. Her is bovendien een open vraag

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1938 | | pagina 3