3826
derbaar geld, èèn contingent voor deposito met 6 en
één contingent voor deposito met 12 maanden op
zegging.
Wij zien ons voorloopig genoodzaakt over hoogere
saldo's aan direct opvorderbaar geld (hierna gemaks
halve „overschotsaldo's" te noemen) tot nader bericht
slechts 1% rente te vergoeden. Mocht de toestand op
de geld- of kapitaalmarkt ons binnenkort in staat stel
len eene hoogere rente over deze overschotsaldo's te
betalen, dan zullen wij daartoe uiteraard besluiten. Om
gekeerd echter behouden wij ons te allen tijde de vrij
heid voor, om de rentevergoeding van 1% voor de
overschotsaldo's zelfs op zeer korten termijn te ver
lagen, indien de toestand op de geld- of kapitaalmarkt
ons daartoe noopt. Wij kunnen U verzekeren, dat 1%
momenteel een rentevergoeding is, welke vrijwel geen
enkele bankinstelling over grootere bedragen aan hare
rekeninghouders vergoedt.
Voor deposito met 6 en met 12 maanden opzegging
worden voorloopig door de Centrale Bank boven de
betreffende „contingenten" geen bedragen meer van
eene Boerenleenbank aanvaard.
Een voorbeeld moge U het bovenuiteengezette ver
duidelijken. De plaatselijke Boerenleenbank te X heeft
op 31 December 1937 bij de Centrale Bank het navol
gende tegoed:
Direct opvraagbaar 130.750.
Deposito met 6 maanden opzegging 20.000.
Deposito met 12 maanden opzegging 60.000.
Deze saldo's op 31 December 1937 noemen wij de
contingenten. Heeft de Boerenleenbank te X na 31 De
cember 1937 méér geld bij de Centrale Bank tegoed
dan deze contingenten, dan zal zij dit als direct op
vraagbaar geld hebben te plaatsen, daar voorloopig
door de Centrale Bank boven de betreffende „contin
genten' geen nieuwe gelden meer op deposito met 6
of 12 maanden opzegging worden aanvaard. Voor
direct opvraagbaar geld kan de Boerenleenbank te X
in het gestelde voorbeeld aanspraak maken op eene