3810
kunnen zeggen, van welwillende zijde werd mij boven
dien een aantal gegevens op tuinbouwgebied ter be
schikking gesteld. Met betrekking tot deze gegevens
dient naar mijne opvatting echter een veel sterker
voorbehoud te worden gemaakt dan met betrekking
tot die betreffende de landbouwbedrijven, hetgeen niet
wegneemt, dat het feit, dat een dergelijk onderzoek is
ingesteld, zeer te waardeeren valt.
Vooreerst heeft dit onderzoek slechts betrekking op
112 bedrijven, terwijl daarnaast de verzamelde gegevens
betreffende deze bedrijven geen gecontroleerde gege
vens zyn, zooals bijvoorbeeld die met betrekking tot
het landbouwbedrijf, welke door de Centrale Land-
bouwboekhoudbureaux zijn verstrekt. Daarenboven
zijn ter verzameling dezer gegevens lijsten verstrekt
aan een aantal tuinders, die hun medewerking wensch-
ten te verleenen. Wij meenen eenige reden te hebben
om aan te nemen, dat degenen die hunne bedrijfsge
gevens hebben verstrekt niet tot de minst met schuld
belaste tuinders zullen hebben behoord, zoodat er
meer kans bestaat, dat de cijfers een te ongunstig dan
een te gunstig beeld geven.
Deze tuinbouwgegevens betreffende 112 bedrijven
voor groenten- en fruitteelt onder glas hebben betrek
king op 50 in hoofdzaak vollegrondsbedrijven. 20 ge
mengde bedrijven, 17 platglasbedrijven en 25 staand-
glasbedrijven en wijzen uit, dat bij slechts 13 van de
112 bedrijven de schulden lager zijn dan de verkoop
waarde. Zelfs zou ingeval van verkoop het provenu als
regel niet voldoende zijn om de hypothecaire schulden
geheel af te lossen.
Op grond van eigen ervaring in het tuinbouwbedrijf
moet ik het representatieve karakter der in gemeld
onderzoek betrokken tuinbouwbedrijven ernstig in
twijfel trekken, alhoewel mij niets bekend is in welke
agronomische gebieden de bij het onderzoek betrok
ken tuinbouwbedrijven zijn gelegen. Voorzoover ik op
grond van eigen ervaring inzicht heb in de financieele
structuur van het tuinbouwbedrijf, ben ik van mee-