3806 Het vraagstuk van de schulden in den Land- en Tuinbouw. II (Slot.) Bij eene poging om tot eene voldoende gedocumen teerde beantwoording dezer vraag te komen, stuiten wij echter reeds spoedig op moeilijkheden vanwege de gebrekkigheid onzer hypothecaire statistiek. Onze hypothecaire statistiek verspreidt hoegenaamd geen licht omtrent het bedrag der uitstaande hypo thecaire leeningen. Wel worden jaarlijks door het Cen traal Bureau voor de Statistiek cijfers gepubliceerd om trent de landelijke hypotheken, die op de hypotheek kantoren zijn ingeschreven, doch omtrent de geheel of ten deele doorgehaalde hypothecaire inschrijvingen op landelijke eigendommen worden geen cijfers ver strekt, zoodat het onmogelijk is zelfs maar bij benade ring vast te stellen in hoeverre het bedrag der uit staande hypothecaire leeningen toenemende dan wel afnemende is, terwijl eene becijfering van het totale bedrag der pro resto uitstaande leeningen een slag in de lucht is. Toch zullen wij trachten met beperkte middelen en dus onder het noodige voorbehoud tot enkele voor zichtige gevolgtrekkingen te komen, wat betreft de be lasting met schulden van bepaalde onderdeelen van het agrarische bedrijf. Tenzij ik nadrukkelijk vermeld de meening op grond van eigen ervaring te hebben of te ontleenen aan cij fermateriaal van de Centrale Boerenleenbank, heb ik de gegevens waarop ik mij hierna zal baseeren ont leend aan rapporten, die mij van welwillende zijde zijn beschikbaar gesteld. Het cijfermateriaal, waarover de Centrale Bank beschikt, is niet naar de soorten van agrarische bedrijven te rangschikken, zoodat ik daar aan geen exacte gegevens kan ontleenen. Allereerst zijn te mijner beschikking cijfers betref-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1937 | | pagina 2