3796
zoodat de Overheid langs indirecten weg door prijs
steun der producten de landbouwers in de gelegen
heid kan stellen om aan de verplichtingen uit een niet
abnormalen schuldenlast voortvloeiende te voldoen.
Afgezien van de meer principieele en juridische be
zwaren, die tegen een dwingend ingrijpen zijn aan te
voeren, cn welke ik hier niet wil herhalen, daar zij ten
tijde van het vaste lastenontwerp reeds voldoende zijn
naar voren gebracht, bestaat er te allen tijde een zeer
groot practisch bezwaar tegen elk rechtstreeks in
grijpen (ook in gematigden vorm) in de schuldverhou
dingen van onzen land- en tuinbouw, hetwelk ik meen
hier nog eens speciaal naarvoren te moeten brengen.
Dit bezwaar is hierin gelegen, dat terwijl de Over
heid wèl de teelt van gewassen en dieren kan laten
beperken en den omgang der bedrijven de kapitaal
stroom door overheidsmaatregelen niet in eene be
paalde richting kan worden gedwongen. Vanaf het
oogenblik n.1. dat bijzondere maatregelen worden uit
gevaardigd met betrekking tot de schulden van den
land- en tuinbouw wordt het agrarische bedrijf, wat
zijn credietpositie betreft, geïsoleerd en in een enclave
geplaatst. Degenen die gelden hebben te beleggen,
hetzij particulieren of instellingen, zullen steeds voor
hun beleggingen de meest geschikte objecten uitzoeken
en den weg van den geringsten weerstand trachten te
volgen. Vanaf het moment, dat de Overheid dus bij
zondere maatregelen (al ware het slechts op het gebied
der rente) voor den land- en tuinbouw neemt, zal de
land- en tuinbouw als geldnemer in een nadeeliger po
sitie komen dan andere geldnemers, waarvoor geen uit
zonderingsbepalingen gelden.
Er wordt weieens de opmerking gemaakt, dat wij
toch over een prachtig opgezet en ruim van middelen
voorzien georganiseerd landbouwcredietwezen beschik
ken, dat de hypotheken kan verstrekken, die door an
dere geldgevers worden geweigerd. Ik zou hiertegen
over willen stellen, dat weliswaar het georganiseerde
landbouwcredietwezen op het gebied van het bedrijfs-