3793
tot een indirecte ondersteuning van de agrarische de
biteuren heeft kunnen bepalen.
Dat te onzent de Overheid op het gebied der land-
bouwschulden geen drastische maatregelen heeft ge
troffen, welke in andere landen niet konden uitblijven,
mag dus geenszins worden beschouwd als eene nala
tigheid der Overheidsinstanties. Wij moeten daarin
vóór alles een bewijs zien, dat het in ons land door
de gevoerde landbouwcrisispolitiek gelukt is eene chao
tische ineenstorting van het land- en tuinbouwbedrijf
te voorkomen, waardoor een radikaal ingrijpen in pri
vate contractsverhoudingen met allen nasleep van dien
onnoodig is gebleken.
Maar zoo wordt hier en daar de vraag gehoord
zou het wel zoo nadeelig zijn voor onze volksgemeen
schap, indien op de rechten der schuldeischers eenige
inbreuk wordt gemaakt ten voordeele van den zwaar-
belasten landelijken schuldenaar? Ik hoop op deze
kwestie straks nog nader terug te komen, doch meen
goed te doen vooraf te laten volgen welke de ervarin
gen in landen waar radikaal in de crediteurenrech
ten werd ingegrepen zijn geweest.
Aan meergenoemde bij het Internationale Land-
bouwinstituut verschenen verhandeling ontleen ik hier
omtrent ongeveer het volgende: Om volledig te zijn
moeten wij vermelden, dat de radikale maatregelen in
bepaalde landen genomen (gedwongen verlaging van
hoofdsom, rentevoet en moratorium) als regel gevol
gen hebben gehad, die het tegenovergestelde waren
van wat werd verwacht, omdat het door dergelijke
radikale maatregelen aan de financieele instellingen
onmogelijk werd gemaakt, haar verplichtingen tegen
over spaarders en geldverschaffers na te komen.
Dergelijke radikale maatregelen der Overheid werk
ten verlammend op de activiteit der credietinstellin-
gen. Het is nauwelijks noodig om op te merken, dat
waar het economische leven op crediet is gebaseerd
alles wat het fijngevoelige mechanisme van het crediet
verstoort beslist moet worden veroordeeld. Een feit