3763 Landbouwschuld in Denemarken. De gemakkelijke -wijze, waarop in Denemarken cre- diet kon worden verkregen, heeft indertijd de ontwik keling van de landbouw-industrie daar te lande zoowel in technisch als in commercieel opzicht zeer bevor derd. Anderzijds, echter, heeft zij de Decnsche boeren, toen plotseling de landbouwcrisis kwam, in groote moeilijkheden gebracht. Gedurende de periode van welvaart konden de boeren gemakkelijk het hoofd bie den aan de zware hypothecaire schulden; toen even wel de prijzen der producten plotseling ineenstortten, was het hun onmogelijk aan hun verplichtingen te vol doen. In 1926 kwam de hypothecaire landbouwschuld over een met ongeveer 50 van de waarde der door hypo theek bezwaarde bedrijven; in 1933 bedroeg de hypo thecaire schuld op de onroerende landbouwgoederen ongeveer 3.750 millioen kronen, zijnde circa 70% van de globale waarde der landbouw-ondernemingen ad 5400 millioen kronen. De landbouwschuld is over het algemeen zeer onge lijk verdeeld; er zijn exploitaties welke geheel zonder schuld zijn, terwijl andere bedrijven bezwaard zijn door een schuldenlast welke de geschatte waarde van het bedrijf verre overtreft. De oplossing van het vraagstuk der landbouwschuld wordt in Denemarken als een zeer ernstig sociaal pro bleem gezien, en gestreefd wordt naar een regeling overeenkomstig het beginsel, dat de landbouwpolitiek van de Regeering altijd heeft beheerscht, namelijk: de handhaving van de boerenklasse en het kleinbedrijf als steunpilaar van het economische leven van het land. Om den ondergang van de landbouwondernemingen te voorkomen, heeft de Regeering allereerst getracht de landbouwers te helpen door de instelling van een crisisfonds, waaruit den landbouwers, die het meest in moeilijkheden verkeerden, steun zou worden verstrekt

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1937 | | pagina 7