3719
Ik acht het mij een aangenamen plicht voorts een
woord van hartelijk welkom te richten tot de navol
gende heeren, die zoo welwillend waren eveneens van
onze uitnoodiging tot bijwoning der Algemeene Ver
gadering gebruik te maken: Mr. J. J. Wintermans,
waarnemend Directeur-Generaal van den Landbouw,
de afgevaardigden van den Katholieken Nederland-
schcn Boeren- en Tiundersbond, de Heeren Verheggen
en Mr. van Haastert; van den Noordbrabantschen
Christelijken Boerenbond, de heeren Moors en van
Haaren; van den Limburgschen Land- en Tuinbouw-
bond, den heer Verheggen; van den Aartsdiocesanen
Boeren- en Tuindersbond, den heer de Goey; van den
Land- en Tuinbouwbond te Haarlem, de heeren Kamp-
schöer en Ir. Aussems; en de Directeuren van de Ne-
derlandsche Landbouwbank.
Verder is bericht van verhindering binnengekomen
van: Ir. Roebroeck, Directeur-Generaal van den Land
bouw, Baron van Voorst tot Voorst, J. C. van Beek
te Deurne, Rector J. P. van Dal te Tilburg, Professor
Cleophas te Warmond, en de heeren Bemelmans te
Roermond en Ruijter te Arnhem.
Ik meen intusschen niet te mogen nalaten, uiting te
geven aan mijn gevoelens van waardeering voor onze
Heeren Fleskens en van Voorst tot Voorst, Voorzitter
en Onder-Voorzitter van ons Bestuur, nu zij 25 jaren
geleden door deze Algemeene Vergadering in de lei
ding onzer instelling zijn gekozen. Ik ben ervan over
tuigd de meening van Li allen te vertolken, indien ik
den dank onzer geheele organisatie naar voren breng
voor al hetgeen gij beiden voor het landbouwcrediet
hebt gedaam Het zij U gegeven, nog vele jaren in goede
gezondheid en voorspoed voor de leiding onzer Cen
trale en onzer Organisatie behouden te blijven. Het
spijt mij onnoemelijk, dat de heer van Voorst tot
Voorst om gezondheidsredenen niet op deze Vergade
ring kan aanwezig zijn. Ik stel voor, hem door verzen
ding van het volgende telegram van onze gevoelens te
doen blijken: