3744
het loopende jaar konden besluiten alle uitstaande
4/2/ó pandbrieven aflosbaar te stellen. Om echter de
genen, die door het nemen van pandbrieven in onze
bank vertrouwen hebben gesteld, niet te zeer te dupee
ren, hebben wij aan de houders dier pandbrieven
meteen de gelegenheid geboden in plaats van de uit
gelote stukken tegen aannemelijke voorwaarden 4%
pandbrieven te verkrijgen.
Wij zijn te eerder tot dezen maatregel overgegaan,
omdat onze pandbrieven voor een zeer groot deei zijn
geplaatst bij personen uit den landbouwenden stand en
instellingen, ten bate van den landbouw opgericht, met
wier belangen wij ook in billijke mate meenden te moe
ten rekening houden.
Niettemin hebben wij toch geenszins uit het oog
verloren, dat het doel onzer bank is de boeren te heb
pen aan een vast en niet te bezwarend grondcrediet.
Wij geven daarom thans nog alleen nieuwe pandbrie
ven uit tegen 354%, zoolang het publiek die opneemt
en zouden ons zelfs verplicht achten ook de 4% pand
brieven te converteeren en tot een nog lager rentetype
over te gaan, indien het zou blijken 'dat' de kapitaal
rente voorloopig blijvend op een lager niveau zou
komen.
Wij willen immers vóór alles bevorderen, dat de boe
ren een zoo laag mogelijke rente betalen. Zooals U uit
ons jaarverslag kunt zien, is de rente onzer uitstaande
hypotheken vanaf 1925, toen vele hvpotheken nog uit
stonden tegen 5%%, geleidelijk gedaald tot ten hoogste
4A%. oor nieuwe hypotheken werd tot vóór kort
een rente gevorderd van 454%.
1 hans heeft het bestuur, daartoe door de daling der
pandbrieven-rente in staat gesteld, besloten voor de
oude bestaande schulden met ingang van 1 November
a.s. de rente te verlagen tot \Vi% en voor nieuwe hypo
theken geen hoogere rente te vragen dan 414%.
Nu weet ik wel, dat deze rente nog iets hooger ligt
dan waarvoor men thans in vele gevallen bij particu
lieren terecht kan. Alaar het zou zeer lichtzinnig en