3736 men niet den steun had gehad van de Boerenleenban ken, als men niet had gehad die goede reserves bij onze leenbanken zoowel als bij de Centrale; als wij ons niet hadden kunnen verheugen in het bezit van belangrijke sommen aan spaargelden, als wij onze voorschotten niet hadden kunnen nemen bij de boerenleenbanken die het als eersten plicht beschouwen om aflossing van de voorschotten mogelijk te maken zonder de men- schen zelf ongelukkig te doen worden. Aan leniging van den crisisnood en aan het verminderen van de na- deelige gevolgen van de crisis, welke den landbouw heeft geteisterd, is zonder eenigen twijfel door het in Nederland welgeordende landbouwcredietwezen ont zaglijk veel bijgedragen. Het kan niet anders, of ik moet mij daarin in hooge mate verheugen en daarom heeft ook het landbouw credietwezen aanspraak op de belangstelling, ik durf het woord te gebruiken, op de erkentelijkheid van de andere bevolkingsgroepen. Want dank zij dit land- os uw credietwezen is de boerenstand mede voor eco nomische inzinking behoed, hetgeen ongetwijfeld ten bate komt aan geheel het economische leven in ons vaderland. Nu moet ik voorzichtig zijn met cijfers, want gij, M. d. V. hebt waarschuwend Uw vinger opgeheven en hebt aan de boerenleenbanken, die zelf wat véél cijfers ten beste hebben gegeven, gezegd: denk er om, dat wordt zoo dikwijls verkeerd verstaan, verkeerd ver taald en er zouden foutieve conclusies uit getrokken worden, welke eer ten nadeele van het credietwezen dan tot versterking daarvan strekken. Die waarschu wing, vrucht van Uw rijke ervaring, wil ik natuurlijk als eerste ter harte nemen, maar ik mag niet nalaten er mijn dankbare blijdschap over uit te spreken, dat 566 aangesloten boerenleenbanken er in zijn geslaagd om een zoodanige som toe te vertrouwen aan de Cen trale Boerenleenbank, dat op het einde van het vorige jaar die boerenleenbanken tezamen rond j 60 millioen van de Centrale Boerenleenbank hadden te vorderen,

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1937 | | pagina 20