3726
woordelijkheid ik ging aanvaarden. Het zilveren jubi
leum der Centrale Bank in 1924 ging vergezeld van een
vertrouwenscrisis (veroorzaakt door het fout gaan der
Hanzebanken) die onze instelling weliswaar glansrijk
wist te doorstaan, doch die den beheerders vele zorg
volle uren kostte.
De jaren na 1924 tot 1930 stonden voor den land- en
tuinbouw van Nederland en dus ook voor onze orga
nisatie in het teeken van groote welvaart. Van deze
omstandigheid heeft onze Centrale op redelijke wijze
profijt weten te trekken door zich sterk te consolidee-
ren en aldus de organisatie als geheel in niet geringe
mate te versterken. De moeilijke na-oorlogstijd toch
had ons geleerd dat het niet alleen gewenscht, doch
daarnaast ook noodzakeijlk is, dat eene instelling als
de Centrale Bank ook op niet te voren berekenbare
schokken is voorbereid.
En gelukkig dat wij de lessen uit het verleden niet
hebben genegeerd, want het getij der welvaart in den
lande zou spoedig keeren. De groote landbouwcrisis,
naar welks einde wij allen verlangend uitzien, stond
voor de deur!
Ik wil hier niet meer terugdenken aan den slag dien
ons trof door het misbruik van vertrouwen, dat juist
bij het begin der moeilijke crisisperiode gemaakt werd
door iemand, die na het bestuur aan onze instelling de
hoogste vertrouwenspositie genoot. Laat ik thans
slechts aan de landbouwcrisis denken. Eerst werden de
akkerbouwstreken getroffen, daarna de gemengde be
drijven en tenslotte ook de tuinderij. Naargelang de
crisis meer acuut werd in een bepaald onderdeel van
den land- en tuinbouw moest de Centrale Bank hare
bijzondere waakzaamheid in die richting doen blijken,
en de aangesloten banken met raad en daad bijstaan.
Zij wist, dank zij ook de medewerking en het vertrou
wen der plaatselijke Boerenleenbanken door een voor
zichtige politiek al deze wendingen in het bedrijfsleven
op de juiste wijze te verwerken, zoodat de locale ban
ken hun bedrijf steeds behoorlijk konden blijven uit-