3679
Koninklijk Besluit
van 4 Maart 1937 tot instelling eener Staatscommissie
met opdracht van advies te dienen omtrent het bankwezen.
4 Maart 1937.
No. 34.
Wij Wilhelmina, Bij de Gratie Gods
Koningin der Nederlanden, Prinses Van
Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onzen Minister van Finan
ciën d.d. 1 Maart 1937, no. 156, Generale Thesaurie,
afd. Algemeene Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
1. in te stellen een Staatscommissie met opdracht
om te dienen van advies over de vraag, of ten aanzien
van het particuliere bankwezen wettelijke voorziening
noodig of wenschelijk is; zoo ja, in welken zin, zulks
onder mededeeling van haar gevoelen over de daar
mede samenhangende vraagstukken, ook voor wat be
treft de vraag, of en in hoeverre het statuut van De
Nederlandsche Bank, onder inachtneming van de noo-
dige waarborgen voor haar onafhankelijkheid, wijzi
ging zou behoeven;
2. te benoemen:
tot lid en voorzitter dier commissie:
Jhr. Mr. D. J. de Geer, te 's-Gravenhage;
tot leden:
Dr. S. E. B. Bierema, te Usquert:
F. L. van der Bom, te Amsterdam;
Prof. Mr. W. A. Bonger, te Amsterdam;
Prof. Mr. Dr. H. W. C. Bordewijk, te Groningen;
Prof. Dr. P. A. Diepenhorst, te Amsterdam;