3592 bleven, oorspronkelijk was dat kapitaal 7600.groot. Dan heeft hij een flinken inventaris en een schoonen veestapel, dien wij minstens op een duizend gulden of vier mogen aanhouden; ik heb het hier allemaal pre cies genoteerd, ziet U maar eens of U het ermede eens zijt. Verdere schuld heeft hij niet volgens zijn mede- deeling; trouwens hij heeft ons zijn balans van het boekhoudbureau van den Boerenbond laten zien, niet waar Directeur? Vanschipperen (bestuurslid): Maar dan begrijp ik niet wat wij hieraan hebben te bespreken, ik zou wil len, dat wij geen slechtere debiteuren hadden. Vanzekeren (bestuurslid): Dat laatste ben ik met U eens, maar hij is achter met aflossen en onze Kassier heeft niet graag een aanmerking in het inspectie-rap port. Kassier: Daarom gaat het mij niet in de eerste plaats, maar er moet nu eenmaal een regel zijn, waaraan wij ons houden. Directeur: Precies; het is voor de bank veel beter, dat wij een vasten regel aanhouden en Pieters weet dan tenminste waar hij aan af is. Die man doet zijn best om af te lossen wat redelijkerwijze kan en het is voor iemand, die zoo stipt is als hij, onplezierig dan toch nog aanmaningen te krijgen. Wij zullen dus zijn aflossingen zoo moeten wijzigen, dat hij ze ook kan opbrengen. Kassier: Het restant van Pieters z'n schuld is dus nog 2100.Zal ik dan aan Eindhoven voorstellen, om de aflossing te regelen op drie jaren 200.per jaar en vijf jaren 300.per jaar. Over een jaar of drie kan hij best wat meer opbrengen, dan heeft hij al volop hulp van z'n oudsten jongen, dat spaart hem een knecht uit. Vanschipperen: Moeten wij Eindhoven daarin ook al kennen? Kassier: Ja natuurlijk, de totale looptijd van het voorschot wordt langer dan 10 jaren en volgens arti-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1936 | | pagina 8