Art. 6. Indien de duur der Vereeniging in de akte van oprichting niet is aangegeven, wordt zij geacht voor onbepaalden tijd te zijn aangegaan. Als een Boerenleenbank vóór 1925 volgens de Coö- peratieve-Wet is opgericht, heeft zij in hare Statuten eenc bepaling omtrent den duur van haar bestaan, want zulks was destijds voorschrift. Thans is dit echter niet meer noodig. Bevatten de statuten geen bijzondere bepalingen om trent den duur van haar bestaan, dan blijft de vereeni ging zoolang voortbestaan, totdat zij op de een of an dere wijze wordt ontbonden. In de Statuten van de Boerenleenbanken volgens de Coöperatie-Wet opgericht, luidt dan ook Art. 56 anders, dan voor de Boerenleenbanken volgens de Wet van 1855 opgericht, en wel aldus: Art. 56 Deze Vereeniging, oorspronkelijk aangegaan voor den tijd van negen en twintig jaren, te rekenen van den dag der oprichting zijnde wordt voor onbepaalden tijd verlengd. VARIA» Het Bestuur der Boerenleenbank te Zekerhoven is in vergadering bijeen. De notulen zijn reeds door een der bestuursleden voorgelezen, het dagboek en de kasvoorraad zijn gecontroleerd, alsmede de rekening en het maandelijksche contrölebiljet van de Centrale Bank. De Directeur: Wij krijgen nu een paar belangrijke zaken onder het oog te zien. Vooreerst onze voorschot nemer Pieters vraagt eene verandering te brengen in zijn aflossing, omdat hij de overeengekomen termijnen niet kan blijven opbrengen. Hoe zijn de juiste cijfers ook weer, kassier? 3590

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1936 | | pagina 6