3577 8. Ieder jaar moeten aan degenen, die nog effecten in onderpand of bewaring bij de plaatselijke Boe renleenbank hebben, contrölebiljetten (formulier E 5) ter teekening worden gezonden. Deze con trölebiljetten moeten eveneens bij de eerstvol gende inspectie worden overgelegd en moeten door het plaatselijk Bestuur worden gecontroleerd. De Centrale Bank zendt ieder jaar in December aan iedere Bank de benoodigde contrölebiljetten voor effecten. 9. Wanneer op een bestuursvergadering goedkeuring verleend wordt voor een voorschot of crediet in loopende-rekening met effecten-onderpand, moe ten de effecten in de notulen volledig worden om schreven. Dit moet ook geschieden bij ruiling. In de daarop volgende vergadering of kascontrole moet het Bestuur aan de hand van een ontvangst bevestiging vanwege de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank zich er van overtuigen of de in onderpand gegeven effecten, door den Kassier ook aan de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank in bewaring zijn doorgezonden. 10. Bij gelegenheid van iedere kascontrole moet het Bestuur nagaan of de sedert de vorige kascontrole terugontvangen effecten aan de eigenaars zijn overhandigd en of de uitgelote stukken met de eigenaars zijn verrekend of aan dezen zijn terug gegeven, hetgeen blijken moet uit door de eige naars geteekende ontvangstbewijzen (formulier E 7). Voor de goede orde deelen wij nog mede, dat de for mulieren E 2 en E 3 komen te vervallen met ingang van 1 Januari 1937, omdat vanaf dien datum de nieuwe for mulieren E 6 en E 7 worden in gebruik genomen. Wij vertrouwen, dat de Bestuursleden, de leden van den Raad van Toezicht en de Kassiers van het voren staande goede nota zullen nemen en deze bepalingen stipt zullen nakomen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1936 | | pagina 9