3579 De Professor zeide bij den aanvang van zijne rede, dat hij zich niet wenschte uit te laten over den door de devaluatie nieuw geschapen toestand in Nederland, daar hij van oordeel was zich niet met deze aangele genheid te bemoeien. Hij sprak dus enkel over België, maar deze beschou wingen zijn ook voor ons zeer leerzaam. Eerst werden behandeld de Hoofdmerken van de Belgische Landbouweconomie. De Landbouwcrisis. In België is de landbouw zeer intensief. België telt 450 inwoners voor iedere 100 hectaren bebouwde oppervlakte. En toch voorziet de Belgische landbouw voor 80% in de behoefte. Deze intensieve productie blijkt uit de vergelijking met de pro ductie van andere landen. Voor wat de gemiddelde opbrengst per Hectare in 1933 betreft, nam België van de wereldproductie in: van aardappelen de le plaats; van haver de le plaats; van rogge de le plaats; van tarwe de 3e plaats; van gerst de 3e plaats. Evenals in ons land is ook in België het kleine landbouwbedrijf overwegend. Er zijn 292.000 landbouwbedrijven boven de Hectare. Hiervan zijn er: 250.000 van 1—10 H.A. 28.000 van 10—20 H.A. 14.000 boven 20 H.A. Van deze bedrijven zijn er 48 ten honderd door de eigenaars gedreven en 52 door pachters. Wat de oppervlakte betreft wordt 41% door eigenaars bebouwd en 59% door pachters. De landbouwende bevolking bedraagt slechts één vierde van de geheele bevolking. De Belgische invoer van land- en tuinbouwproducten bedraagt 19.8%. Daartegen staat een uitvoer van 6.3%. Zoodat de netto invoer bedraagt 13.5%. Voor ons zegt de Professor is er crisis, wanneer de ver koopprijs beneden den kostprijs blijft. En de intensiteit van de crisis hangt af van de grootte dier nadeelige afwijking tusschen verkoopprijs en productiekosten. Met vele cijfers wordt aangetoond, dat de wereldvoorraad van landbouwproducten toeneemt en de prijzen afnemen. Wereldvoorraad van tarwe: Prijs per bushel: in 1927 63 millioen quintalen 137 cent (America) in 1928 102 millioen quintalen 131 cent (America) in 1930 147 millioen quintalen 96 cent (America) in 1931 168 millioen quintalen 66 cent (America) in 1933 176 millioen quintalen 52 cent (America)

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1936 | | pagina 11