MAANDELIJKSCH E
MEDEDEELINGEN
<0 241 SEPTEMBER^ 1936
VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE
BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN
Onze Boerenleenbanken en het gouduitvoer
verbod der Nederlandsche Regeering.
Zooals in de dagbladen is vermeld, heeft de Neder
landsche Regeering besloten voorloopig den vrijen uit-
voer van goud te verbieden. Door dit uitvoerverbod
wenscht de Regeering te voorkomen, dat de positie van
ons ruilmiddel wordt bedreigd door onnoodige afvloeiing
van goud naar elders tengevolge van verwikkelingen in
het buitenland.
Voor de Nederlandsche munteenheid treedt nu
voorloopig ongeveer eenzelfde toestand in als die,
welke in de jaren 1914 tot 1925 bestond. Ook toen bleek
het onze Regeering mogelijk een gezond ruilmiddel te
behouden al was de gouduitvoer niet vrij. Ook thans
kunnen wij met vertrouwen de gevolgen van het goud
uitvoerverbod afwachten, daar Regeering en volk be
zield zijn met den ernstigen wil, om eene voorzichtige
geldpolitiek te blijven voeren en een scherp oploopen
van de kosten van eerste levensbehoeften te voorko
men.
Door dezen muntmaatregel van de Regeering wordt
niets in de financieele verhoudingen onzer Boerenleen
banken en onzer Centrale gewijzigd, immers zijn bij
deze zoowel de verplichtingen (spaargelden etc.) als de
vorderingen (uitleeningen etc.) in guldens uitgedrukt,
zoodat eene waardeverandering van den gulden ten
opzichte van het buitenland voor de plaatselijke Ban
ken en de Centrale van geen invloed kan zijn.