3538 Het heeft onze aandacht getrokken, dat hier en daar de plaatselijke Beheerders de door den Kassier voor zijn richting beheer te stellen zekerheid als bedoeld in artikel 30 der Statuten teveel als een formaliteit be kijken. Daarom wordt er bij deze nog eens op gewezen: dat eene kassierszekerheid minstens aan alle eischen heeft te voldoen, die men bij het uitleenen van gelden aan de zekerheid zou stellen. Als regel dient zoo eenigszins mogelijk zake lijke zekerheid te worden gesteld. Persoonlijke borg tocht komt eerst op de tweede plaats in aanmerking, eveneens eene borgtochtverzekering. Indien persoon lijke borgtocht wordt gesteld, dan dient de akte van borgtocht als regel voortaan notarieel te worden ver leend. Zulks is op grond van de ervaring gewenscht. Overlijdt een borg of komt een borg financieel in min der gunstige omstandigheden, dan dienen de Beheer ders der Boerenleenbank onmiddellijk maatregelen te nemen, dat voor den overleden of minder gegoeden borg een andere voldoende zekerheid wordt in de plaats gesteld, zulks in overleg met de Centrale Bank. Dikwijls wordt als volgt geredeneerd door een plaat selijk Bestuur: Onze Kassier is voldoende gegoed, hij bezit voor een flinke waarde aan onbezwaarde goede ren. Wat zouden wij hem daarom lastig vallen voor hypotheekkosten; kan met een paar goede borgen niet worden volstaan? Een dergelijke redeneering is onjuist, „bij de goedkeuring van benoemingen, en voor de toekomst zai „deze gedragslijn nog eerder verscherpt dan verzwakt worden. „M. d. V. Het feit, dat wij dit punt hier naar voren brengen, „mag geenszins aanleiding geven tot de gedachte, dat wij geen „groot respect en waardéering hebben voor de Kassiers onzer aan gesloten boerenleenbanken. Integendeel; wij achten den Kassier, „de eigenlijke zaakvoerder der Boerenleenbank" (zooals de model- „statuten zijn functie omschrijven) zoo hoog, dat wij ten respecte „van ons kassierskorps, dat mede de kracht onzer Banken „vormt willen voorkomen, dat de selectie, welke steeds werd „toegepast, vóórdat iemand voor het kassierschap in aanmerking „kwam, zou verslappen. „Wij zijn trotsch op onze Kassiers; doch daarnaast zouden wij „niet gaarne zien, dat de traditioneele waardigheid van ons kas- „sierscorps niet bleef gehandhaafd, met het gevolg, dat wij ons „standpunt ten aanzien van dit verdienstelijke ambtenarencorps „zouden moeten herzien".

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1936 | | pagina 2