3528 welke wijze, naar hare meening, een minnelijke oplos sing tot stand zou kunnen komen. Het aantal gevallen, waarin bij beschikking van den minister een verzoek werd ingewilligd (sedert de inwer kingtreding van het Besluit slechts 2 gevallen) vermeer derde niet. In percent van het totaal aantal beëindigde zaken be droeg het aantal ingetrokken verzoekschriften (zonder de naar den kantonrechter verwezen zaken) in het eerste kwartaal van 1936 50, in het tweede kwartaal 45.5; het percentage van het tweede kwartaal van 1935 was 32.6. De overeenkomstige percentages van de afwijzingen be droegen 24.6, 29.5 en 48.5. Uit het Verslag van de Rijkspostspaarbank over 1935. Meer spaargelden terugbetaald dan ingelegd. Het verslagjaar kenmerkt zich door opmerkelijke schommelingen zoowel in de grootte der bedragen, welke maand voor maand ingelegd en terugbetaald werden als in de maandsaldi. Het jaar zette bevredi gend in met een voordeelig saldo van rond 9 mil- lioen over de eerste twee maanden. Over Maart bedroeg het voordeelig saldo slechts ruim 2 ton om daarna plaats te maken voor nadeelige maandsaldi; de belang rijkste hiervan vertoonden April met ruim 6 millioen en October met 5.1 millioen. November bracht weder een voordeelig saldo van 1.2 millioen. Het jaar sloot af met een saldo van ruim 13 millioen van terugbe taling boven inleg. Tengevolge van de bijschrijving der gekweekte rente van ruim 13.5 millioen vertoont het op 31 December 1935 aan inleggers verschuldigde saldo tegoed in vergelijking met het vorige jaar een toene ming van 0.5 millioen. Met het aanduiden van de oorzaken van bepaalde resultaten van een over het geheele land werkende spaarbank is groote voorzichtigheid geboden; tallooze

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1936 | | pagina 8