3523 van lasten voor den boer en tuinder nastreeft, doch wij voelen niet voor een experiment, dat het geheele credietverkeer op losse schroeven dreigt te zetten zon der dat een behoorlijk sluitstuk aanwezig is om de nadeelige gevolgen op te vangen. De ontwikkeling der Raiffeisen-banken in Duitschland. Blijkens het onlangs verschenen jaarboek van het Rijks verband der Duitsche landbouw-coöperaties (Reichs- verband der deutschen landwirtschaftlichen Genossen- schaften-Raiffeisen) heeft zich het landbouwcredietwe- zen in het afgeloopen jaar 1935 gunstig ontwikkeld. Enkele cijfers mogen dit aantoonen. De spaargelden der plaatselijke banken stegen in 1935 bijna 12% zijnde dit van i.612 op 1.803 millioen Mark. De schulden der plaatselijke banken bij de Cen trale banken daalden in 1935 van 378 tot 291 mihoen, daarnaast steeg het tegoed der lokale banken bij de centrales in hetzelfde jaar van 123 op 328 millioen Mark. Men zou hieruit af kunnen leiden, dat de sterke pro tectie, die de Duitsche landbouw geniet, voor den boe renstand een begin van nieuwe welvaart heeft gescha pen Of zulks blijvend zal zijn valt buiten onze beoor deeling, doch het zal iederen bewonderaar van het Raiffeisensysteem verheugen, dat bij onze Oostelijke buren een dergelijke gunstige ontwikkeling bij de land- bouwcredietorganisaties valt waar te nemen. Jammer, dat in ons Vaderland het land- en tuinbouw- probleem veel moeilijker is op te lossen dan in Duitsch land: wij zitten met een teveel aan agrarische produc ten, onze Oostelijke buren met een tekort. Laatstge noemden kunnen dus volstaan met de grenzen te slui ten, wij moeten trachten ons teveel te exporteeren en daarvoor zijn heel wat ingewikkelder maatregelen noo- dig, willen wij onze prijzen eenigszins op peil blijven houden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1936 | | pagina 3