3530
Verslag over 1935 wordt medegedeeld, dat de inlagen
van groote bedragen, in plaats van af te nemen zijn toe
genomen.
Het aantal spaarders, die een te-goed hadden van
2000.tot 3000.bedroeg
31 December 1932 24.401
31 December 1935 42.109
En het aantal spaarders, die een te-goed hadden van
3000.en hooger, bedroeg:
31 December 1932 876
31 December 1935 1079
Dit verschijnsel is moeilijk anders te verklaren, dan
door den slechten economischen toestand, waardoor
vele kapitalen niet meer in zaken kunnen gebruikt
worden, en op eene wijze belegd worden, die wel wei
nig of geen rente geeft, maar waardoor men steeds
over het geld kan beschikken.
Koersverschillen.
Evenals iedere Spaarbank moet ook de Postspaar
bank de ingelegde gelden beleggen.
Dit gebeurt op verschillende manieren, als b.v. op
prolongatie, aan voorschotten aan den staat, voor
schotten aan gemeenten en verschillende instellingen
en in effecten.
Vanaf de oprichting der Postspaarbank in 1881 tot
heden, heeft de Postspaarbank
een nadeelig koersverschil gehad van 186.143.974.69
en een voordeelig koersverschil van
162.967.404.15
en winst bij uitloting 12.417.030.79
175.384.434.94
dus nog een verlies van 10.759.539.75
Gelukkig is echter het bedrijf van de Postspaarbank
voldoende loonend, want zij geeft 2.64% voor de spaar
gelden tot 2500.en boven dit bedrag behoeft zij
geen rente uit te keeren.