3496 de land- en tuinbouw zoo bijzonder onder de crisis heeft te lijden. In dit verband kan ik niet nalaten de hoop uit te spreken, dat de Minister van Landbouw met zijn bekwamen staf van medewerkers erin zal sla gen de steunregelingen met name voor de melk- en de tuinbouwbedrijven op een breedere basis te brengen, zooveel mogelijk met inachtneming van wat wij straks over de algemeene lijnen der te volgen economische overheidspolitiek naar voren brachten. Zeer zeker M. d. V. het is mij bekend, dat met name het zuivelprobleem wegens ons groote exportsurplus zeer veel moeilijkheden biedt, doch laten wij bedenken, dat er tal van Staten zijn, wien het enorme offers waard is om in dit moeilijke tijdsgewricht de wereldmarkt voor hun specialiteitsproducten open te houden. Biedt voor onzen tuinbouw het Duitsche clearing- vraagstuk vele onzekerheden naar welker oplossing met bijzetting van alle zeilen is te streven, ik sprak daarover reeds het vorige jaar ik meen op een an dere bron van onzekerheid voor vele onzer wakkere ondernemende tuinders de aandacht te mogen vestigen door de vraag te stellen of het nu beslist onvermijde lijk is, dat met de vaststelling der steunuitkeeringen voor tuindersproducten wordt gewacht totdat de nieu we oogstperiode is aangebroken. Eene zoo langdurige onzekerheid omtrent de resultaten van het afgeloopen oogstjaar moet toch deprimeerend werken op den on dernemingsgeest. Wellicht wil de nieuwe Minister van Landbouw, die reeds zulk een opbeurende en opbou wende daad stelde door voor de producten rogge en gerst een garantie toe te zeggen voor den tijd van drie jaren aan het vraagstuk der steunbepaling voor den tuinbouw nog eens zijn bijzondere aandacht geven. M. d. V. Op de vorige Algemeene Vergadering tra den wij op de bres voor de belangen van den kleinen boer. Het was een sympathiek gebaar van den nieuwen Minister van Landbouw, om als extra steun aan den

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1936 | | pagina 8