3495 aan het verlaagde wereldprijsniveau wenscht te berei ken voor onzen land- en tuinbouw, dan zal zulks toch door een complex algemeen werkende maatregelen moe ten geschieden. Door algeheele maatregelen wel te ver staan, die zoowel aan de overbelaste, als aan de niet- overbelaste producenten ten goede komen, opdat deze laatsten op den duur niet in hun concurrentievermogen worden achtergesteld en zóó, dat de ondernemingsgeest eerder wordt geprikkeld dan verflauwd. Ik wil hier niet verder uitweiden over de mogelijke gevolgen van een maatregelencomplex als de Crisis- landbouwhypotheekwet doch herhaal slechts wat ik ten vorigen jare reeds zeide, dat het een gevaarlijk experi ment is aan de rechtszekerheid in het credietverkeer te raken zonder dat een voldoende sluitstuk om de mo gelijke nadeelige gevolgen voor de boeren en tuinders op te vangen, aanwezig is. Wij kunnen te allen tijde ons vereenigen met elke doelmatige en uitvoerbare regeling, die gericht is tegen onredelijke executies, daar misbruik van recht ten eenenmale onder zoo moeilijke economi sche omstandigheden, als waaronder wij thans verkee- ren, ontoelaatbaar is. Het ingediende zoo even ge noemde Ontwerp Crisislandbouwhypotheekwet 1936 streeft te dezer zake echter zijn doel voorbij en dreigt voor de hypotheekvoorziening van het platteland funest te worden. Zou dit Wetsontwerp worden aangenomen, wat blij kens de verslagen van de laatste vergaderingen der Tweede Kamer niet te verwachten is, dan staat het voor mij vast, dat het voor een toekomst van vele jaren voor onze boeren en tuinders onmogelijk zal zijn een hypotheek op hun eigendom te verkrijgen. M. d. V. Zeide ik straks dat het mij aangenaam was Dr. Deckers als Minister van Landbouw te mogen be groeten, diens benoeming in deze hooge functie werd mogelijk door het feit dat in 1935 opnieuw een afzon derlijk Departement van Landbouw en Visscherij werd opgericht, een feit van groot belang in dezen tijd, nu

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1936 | | pagina 7