3494 ander afgewenteld, die echter op zijn beurt weer in sterke mate in zijn koopkracht als consument wordt beknot. Eene dergelijke methode van vaste lastenverla ging duidt op een onjuist economisch inzicht. Zij mis kent de functioneele beteekenis van het ondernemers initiatief in ons maatschappelijk bestel, waarvoor de rentabiliteit der bedrijfsvoering toch de eenig denkbare maatstaf vormt. Zeer zeker geldt zulks niet in het minst voor onze land- en tuinbouwbedrijven. De individueele ondernemer immers, die een derge lijke schuldregeling heeft ondergaan, is in zijn gevoel van eigenwaarde geschokt; hij gevoelt zich als een be deelde, voortgeholpen op kosten van zijn buurman; als een tewerkgestelde in zijn eigen bedrijf, maar zijn verantwoordelijkheids- en zelfstandigheidsbesef als on dernemer is in sterke mate in de verdrukking gekomen, zoo niet vernietigd. Een dergelijke geest M. d. V. spreekt uit het reeds in 1933 verschenen en thans in de Staten-Generaal aan de orde zijnde Ontwerp Crisislandbouwhypotheekwet 1936. Het principe waarop dit Ontwerp van Wet groo- tendeels steunt is uit een oogpunt van opbouwende politiek bezien, foutief te noemen. Dit Ontwerp is er geenszins op gericht het economische verantwoordelijk heidsbesef van onze boeren en tuinders te behouden of te versterken. Integendeel! De strekking dezer voorge stelde wettelijke regeling immers is om slechts voor hen, die zijn overbelast de mogelijkheid van tijdelijke ver laging van den druk van rente en aflossing te openen, zulks ter beoordeeling van den rechter. Wat volgt hier uit evenwel? Dat zij, die niet zijn overbelast, doch wel zwaar zijn belast als sanctie op hun vroeger toegepaste zorgvuldige en juiste bedrijfsvoering niet voor verla ging van lasten in aanmerking komen. Deze, die naar logische denkorde beloond moesten worden, worden in feite gedoemd om hun vaste lasten onverminderd als een looden kogel aan het been te blijven voortsleepen. Maar indien de Regeering werkelijk eene aanpassing

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1936 | | pagina 6