dervinden ten gevolge van het feit, dat zij, in tegenstel
ling met andere spaarinstellingen in hun omgeving, niet
aan hun inleggers vrijdom van kwitantiezegel voor
inlagen en opnamen van spaargelden kunnen bieden,
zooals b.v. de Rijkspostspaarbank en particuliere
spaarbanken kunnen doen. De Rijkspostspaarbank en
de particuliere spaarbanken behoeven dus geen kwi
tantiezegel te gebruiken bij opname en stortingsbewij
zen, terwijl de Boerenleenbanken genoodzaakt zijn,
hetzij dat zegel voor eigen rekening te nemen, zooals
een groot aantal Boerenleenbanken doet men brengt
het dus niet ten laste van de spaarders, maar het drukt
toch als kosten op de exploitatie der Boerenleen
bank hetzij dat zegel ten laste van de spaarders te
brengen, hetgeen de Boerenleenbanken natuurlijk in
hun concurrentievermogen eenigszins benadeelt. Het
nadeelig verschil, in totaal beschouwd, voor onze Boe
renleenbanken als spaarbanken in vergelijking met an
dere spaarinstellingen, veroorzaakt door de zegeling
met 10 cent op stortings- en opnamekwitanties becijfe
ren wij op ongeveer 35 a 40.000.per jaar. Dit be
treft dus alleen het opname- en stortingszegel voor
inlagen en opnamen van spaargelden, daarbij zijn dus
niet medegeteld de opnamen en stortingen in loopende
rekening en eventueele zegels voor terugbetalingen op
voorschotten.
Hoewel het Bestuur van de Centrale Bank geen voor
stander is van een overdreven concurrentiezucht of
van een tarievenstrijd bij het aantrekken van spaargel
den, kan het zich voorstellen, dat de plaatselijke Boe
renleenbanken er naar streven op gelijke basis als zus
terinstellingen te staan, vooral wanneer meerdere
spaarinstellingen, die een vrij vérgaande politiek voeren
om spaargelden aan te trekken, in een plaats zijn ge
vestigd.
Die vrijdom van kwitantiezegel, waarvan de particu
liere spaarbanken kunnen profiteeren bij het ondertee
kenen en laten onderteekenen van opname- en stor
tingsbewijzen, is gebaseerd op een uitzonderingsbepa-
3505