3477 De kantonrechter willigt het verzoek in, wanneer de hypothecaire schuldenaar aannemelijk maakt, dat hij uitsluitend of nagenoeg uitsluitend tengevolge van de huidige tijdsomstandigheden niet in staat is geweest de volle aflossingen op te brengen. Het verzoek wordt afgewezen indien de schuld- eischer door de inwilliging méér zou zijn getroffen dan de schuldsnaar bij weigering, of wanneer er andere omstandigheden zijn die inwilliging van het verzoek onredelijk maken. De opvaiiing, dat de periodieke aflossingen voor een ieder tot het wettelijk minimum zullen worden terug gebracht is dus in hare algemeenheid onjuist. Bij de verleening van uitstel of wijziging der perio dieke aflossingen kan de kantonrechter zoodanige voorwaarden stellen als hij in het belang van den schuldeischer noodig oordeeit. Zoo kan hij b.v. eischen, dat achterstallige assurantiepremie wordt aangezuiverd, het onroerend goed in beteren staat van onderhoud wordt gebracht, of met het oog op de waardedaling een gedeeltelijke aflossing wordt betaald, enz. Ook kan hij het verzoek slechts voor een gedeelte inwilligen. Een beslissing van den kantonrechter inhoudende uit stel van betaling komt ook den borg zoo die naast de hypothecaire zekerheid aanwezig is ten goede. Wanneer er 'n borg is dan stelt de kantonrechter de verkoopwaarde van het bezwaarde goed vast. Overtreft de hypotheek de verkoopwaarde, dan kan de borg voor dat niet batig gerangschikte gedeelte wèl aangesproken worden. Bij definitieve inwilliging van het verzoek vervallen de inmiddels opgeschorte executiemaatregelen of de faillissementsaanvrage. Onjuiste inlichtingen. Blijkt achteraf, dat de door den schuldenaar ver strekte inlichtingen misleidend zijn geweest dan kan de kantonrechter een vroeger gegeven beslissing intrekken. Ook kan hij dit als b.v. de schuldenaar later weer in goeden doen komt.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1936 | | pagina 5