3452 Bij verpachte gronden wordt ten behoeve van den pachter vaak eene regeling getroffen, waarbij de eige naar de verbetering goedkeurt en de huurder bij wijze verhooging van pacht, rente en aflossing van de lee ning op zich neemt. Eigendomsbewijzen behoeven in normale gevallen niet te worden overgelegd en toestem ming van of kennisgeving aan hypotheekhouders of an deren wordt niet vereischt. De wet veroorlooft niet dat de staat alsnog toestem ming verleent voor werken, waaraan reeds een begin van uitvoering is gegeven. Het is dus van veel belang dat tijdig wordt aangevraagd en wordt gewacht met de uitvoering tot de toestemming er is. Rente, aflossing en rechts toestand der leening. De leening wordt gedekt door de verhoogde op brengst-waarde van het bezit. De Minister stelt den leeningsduur vast in verband met de duurzaamheid van de voorgenomen melioraties. Voor nieuwe, grootere ge bouwen is een maximumduur van 40 jaar, voor bebos- sching ook 40 jaar, voor vergrootingen van gebouwen en verbeteringen van watervoorziening 25 jaar, voor aanleg electrisch licht 20 jaar. Voor afkoop van tienden en „corn-rent" is een speciale leeningsduur van 60 jaar toegestaan. De rente der leening bedraagt den iaatsten tijd 3% procent, geldende zoowel voor groote als kleine leeningen. De aflossing geschiedt in annuïteiten, zoodat jaarlijks wordt betaald aan rente en aflossing een canon van: bij 40 jaar leeningsduur per 100 4.9.8 4.4% 25 jaar leeningsduur per 100 5.17.6 5.8% 20 jaar leeningsduur per 100 6.16.10 6.9% 15 jaar leeningsduur per 100 8.9.6 8.5% De Maatschappij rekent voor hare bemoeiingen 5% van de leeningssom, die met de verdere onkosten, als die van het onderzoek door den staat, van het opmaken der documenten, ook van de kosten van den architect of den raadsman van den grondeigenaar, wordt ge-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1936 | | pagina 11