3416
lijk, dat een plaatselijke bank haar spaargelden ziet ver
minderen, terwijl haar tegoed bij het hoofdkantoor ver
meerdert. Dit toch kan veroorzaakt worden door muta
ties in haar overige bezittingen. Ook is het bekend, dat
de toename van spaargelden, die allerwegen valt te con-
stateeren, veeleer als een typisch malaise-verschijnsel
is te beschouwen en eerder duidt op gebrek aan em
plooi voor kapitaal en op het niet entameeren van
nieuwe bedrijven, dan wel op groote bedrijfswinsten.
Uit een bedrijf kunnen middelen vrijkomen uit afschrij
vingen, door inkrimping enz., zonder dat van eenige
winst sprake kan zijn.
Bovendien dient te worden opgemerkt, dat ook niet-
leden een spaarbankboekje kunnen hebben bij een Boe
renleenbank. Door de Boerenleenbank te Veghel met 213
leden waren op 1 Jan. 1934 uitgegeven 531 spaarbank
boekjes. Toch zijn het juist de renteniers en midden
standers die, geen lid zijnde van de Boerenleenbank,
hun gelden daar beleggen. Ook zijn er gelukkig nog wel
welgestelde menschen bij de boeren.
De inlagen en spaargelden bij de Boerenleenbanken
hoeven daarom heelemaal geen wantrouwen te wekken
ten opzichte van de boerenboekhoudingen.
Evenmin de bedrijfsresultaten door de boekhoudbu-
reaux gepubliceerd. Uit de Verslagen en mededeelingen
van de Directie van den Landbouw No. 2: De bedrijfs-
inkomsten van den landbouw in het boekjaar 1933/'34
haal ik volgende cijfers:
Landbouw
gebieden
Aantal
gecontroleerde
bedrijven
Opbrengst per
H.A.
Bruto j Netto
Uitgaven per
H.A. aan ar-
beidsloonen
Zandgebied
Overijse
300
274.01
0.50
48.83
Z en O. zand
gronden in N.B.
323
256.33
0.16
69.43
Zandgronden in
Neder and
1882
267.74
10.93
57.