Bij de Rijkspostspaarbank bedroeg het saldo-tegoed aan het einde van de boekjaren 1933 en 1934 resp 528.697.000 en 539.518.000. Het blijkt dus met 10.822.000 (2,0 te zijn gestegen. Tegenover het vorige jaar, toen een stijging met 3,4 had plaats gevonden, heeft dus geen groote verandering meer plaats gehad. Hierbij worde er aan herinnerd, dat in den loop van 1932 een abnormale toeneming van het saldo-tegoed (met 16,4 °/o) was te constateeren. De ge ringe stijging van het saldo-tegoed gedurende 1934 is geheel het gevolg geweest van de bijschrijving van rente; in 1934 hebben bij de Rijkspostspaarbank de terugbetalingen meer bedragen dan de inlagen. Bij de 284 bijzondere spaarbanken, welke over de jaren 1933 en 1934 gegevens hebben verstrekt, steeg het saldo tegoed van 463.865.000 tot 483.431.000, alzoo met 19.548.000 (4,2 Gerekend dat bij de 281 bijzondere spaarbanken, die over 1932 en 1933 gegevens hebben verstrekt, het saldo-tegoed met 20.063.000 (4,5 is gestegen, kan worden geconstateerd, dat de ontwik keling bij deze instellingen ongeveer in dezelfde lijn als het vorige jaar doorging. Een samenvatting van de cijfers van de Rijkspost spaarbank en die van de 284 genoemde bijzondere spaar banken geeft als uitkomst, dat het saldo-tegoed van einde 1933 tot inde 1934 steeg van 992.562.000 op 1.022.932.000, dus met 30.370.000 (3,1 °/o). Van 1932 op 1933 werd voor de Rijkspostspaarbank en de alstoen 3420 Saldo te goed op het einde van ieder jaar: bij de Rijks postspaarbank bij bijzondere bij de Boeren- Spaarbanken leenbank Totaal 1900 84.000.000 79.000.000 1910 164.000 000 110.000.0(10 1920 272.000.000 216.000.000 1930 375.000 000 429,000 000 1931 439 000.000 449 000 000 1932 511.000.000 446 000.000 1933 528.000.000 465.000.000 1934 539.000.000 464.000.000 211.000 163.000 000 30.000.000 304.000.000 228.000.000 716.000.000 480.000.000 i 1.284 000.000 457 000.000 1.345 C 00 000 421.000.000 1 378.000.000 419.000.000 1.412.000.000

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1936 | | pagina 12