.3418
den is, dat de Regeering den landbouw jaarlijks met
millioenen steunt.
Wanneer nu inderdaad een landbouwersgezin op de
zandgronden, met bedrijfjes van gemiddeld 10 H.A.
per bedrijf, kan leven van een inkomen van 200.
per volwassen persoon en 100.per kind beneden
12 jaar en bovendien in deze streken (Z.O. Noord-
Brabant) m een jaar tijd belangrijk gespaard kan wor
den bij boerenleenbanken, enz., behoeven onze tarieven
dan niet ernstig herziening, en is het dan billijk, dat de
kinderaftrek kan oploopen tot 450.vraagt de heer
Zey.
Wat de besparingen der boeren aangaat, moge uit het
voorgaande blijken, dat het daarmede wel niet zoo n
vaart zal loopen als de heer Zey meent. Als er nog ge
spaard wordt, dan moet het zijn door boeren, die be
halve over een bedrijf ook nog over kapitaal beschik
ken,
Wat de kinderaftrek en meer in het bijzonder de
verhoogde kinderaftrek betreft, deze wordt niet alleen
verleend omdat de draagkracht verminderd wordt door
het getal kinderen, maar ook als compensatie tegen de
heffingen van invoerrechten, accijnzen en omzetbelas
ting, waardoor de groote gezinnen en de kleine inko
mens naar verhouding zwaarder getroffen worden. Nu
de omzetbelasting weer verhoogd gaat worden, is er
eerder aanleiding om den kinderaftrek te verhoogen,
dan om dien te verminderen.
Ook verlaging van het belastbaar minimum voor de
eenvoudige plattelandsbevolking zou ik uit den booze
achten. Niet alleen, dat willekeur niet uitgesloten zou
zijn. wanneer wij de belastingplichtigen zouden gaan
indeelen in groepen, maar ook gaat het niet aan om
menschen, die eenvoudig en zuinig leven, zwaarder te
gaan belasten. Het ontberen op het platteland van ve
lerlei gemak en genot zou eerder reden kunnen zijn om
het platteland met belastingen te ontzien. Hoeveel nut
tige instellingen zijn er niet, die uit de opbrengst der
belastingen betaald worden en waarvan het platteland
niet of althans slechts in veel mindere mate kan genie-