3401 Op 31 December 1922 bedroeg hare reserve 4.8% in verhouding tot hare verplichtingen. Een derde Boerenleenbank heeft aan spaargelden en ontvangsten in loopende rekening een bedrag van f 65.200. Hare Reserve bedraagt 4.200 plus 15.0 erbij te voegen wegens de winst over 1933 te zamen j 4.350. Dat is dus eene reserve van 6.6%. Op 31 December 1922 was deze reserve a De meeste boerenleenbanken hebben een veel kleiner percentage aan reserves, en vooral in dezen crisistij waar men zich afvraagt of uitleeningen, die vroeger uiterst solied waren, dit thans nog wel zijn, moet men zorg dragen de reserves te versterken door van het be schikbaar gedeelte van de winst zoo weinig mogelijk uit te keeren. Cijfers over het verloop van inkomens cn vermogens. Uit het Maandblad van het Centraal Bureau voor de Statistiek (20 Sept. 1935) nemen wij de onderstaande gegevens over, omdat deze voor onze lezers als docu- mentatie-materiaal van belang zijn. Omtrent de inkomens en vermogens zijn in dit num mer de volgende cijfers gegeven: 1930/31 1.892.553 4.367.241 2308 238 1931/32 1.867.154 4.206.438 2253 -3- 1932/33 1.668.161 3.657.1/9 2 92 204 1933/34 1.484.616 3.156.759 2126 179 1934/35 1.449.251 3.044.719 2101 1/3 In het algemeen hebben de cijfers over het inkomen betrekking op de inkomsten, genoten in het kalender jaar voorafgaande aan het belastingjaar. Het cijfer van 3 milliard aan inkomen voor 1934/35 slaat dus op de in komsten over het jaar 1933. Inkomen vóór Gemiddelde Aan. Inkomens aangesl^genen '"■""""wü'' aangeslagene 8 per 11,00

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1935 | | pagina 9