3402
De cijfers, welke wij hierboven geven, beginnen met
1930/31 (inkomsten over het jaar 1929). Dit is het top
cijfer sinds 1915/16, met welk jaar de statistiek in het
Maandblad begint, doch welke wij in verband met de
plaatsruimte niet volledig weergeven.
Vanaf 1915/16 vertoonde zich een stijging tot 1921/22,
toen het totaal aan inkomens 4.291.744.000, dus bijna
4.3 milliard gulden beliep. Daarna treedt een daling in,
in verband met de in 1920 invallende crisis. Het laagste
punt wordt dan bereikt voor 1924/25, n.1. 3.761.301.000.
Daarna begint weder een stijgende lijn tot den top voor
1930/31.
Hieruit ziet men de veel scherpere en diepere inzin
king van de inkomens in de huidige crisisperiode ver
geleken met de crisis 1920/1923. De inzinking beloopt
thans 1.323 millioen, dus circa VU milliard, vergeleken
met het topjaar 1930/31 (1929), of 30.28%.
De geringere daling der inkomens in het laatste be
kend geworden belastingjaar wordt voor een deel ver
klaard door de op 1 Mei 1934 in werking getreden
scherpere bepalingen tegen onjuiste belastingaangiften.
1929/30
192.943
15.666.228
81
1930/31
197.501
15.623.203
79
1931/32
194.227
14.300.209
74
1932/33
180.907
11.718.161
65
1933/34
176.541
11.475.428
65
1934/35
182.430
11.602.421
64
Deze cijfers over den stand der vermogens hebben
betrekking op den stand per 1 Mei van het belasting
jaar. Het topcijfer ligt hier dus per 1 Mei 1929. De da
ling begon, zij het aanvankelijk in geringe mate, in 1930.
Het topcijfer vóór de crisisperiode 1920-1923 bedroeg
13.589 millioen per 1 Mei 1920. De inzinking was per
1 Mei 1923 gekomen op 12.182 millioen. Toen steeg het
vermogenscijfer weer. En wel tot 1 Mei 1929.
Merkwaardig is de kleine stijging welke per 1 Mei
1934 is ingetreden. Zij houdt vermoedelijk verband met
Vermogens
Aantal
aangeslagenen
Vermoöens
X f 1000
Gemiddeld
vermogen
X f 1000