3382 213 leden waren op 1 Jan. 1934 uitgegeven 531 spaar bankboekjes. Vaak zijn het juist de renteniers en mid denstanders die geen lid zijnde van de Boerenleenbank, toch hun gelden daar beleggen. Ook zijn er gelukkig nog wel welgestelde menschen onder de boeren. Wat aangaat de (kermis)spaarkas te Asten, veronder stel ik, dat daar niet veel boeren bij betrokken zijn geweest. De inlagen en spaargelden bij de Boerenleenbanken hoeven daarom heelemaal geen wantrouwen te wekken ten opzichte van de boerenboekhoudingen en duiden er volstrekt niet op, dat het de boeren goed gaat. H. U. Wat moet er gebeuren bij overlijden van een Voorschotnemer of van een Credietnemer Onder bovenstaanden titel werden in „Mededeelin- gen" no. 222 (Januari '35) de noodige wenken gegeven, welke moeten in acht genomen worden ingeval een de biteur der Boerenleenbank komt te overlijden. Daar in de praktijk blijkt, dat bedoeld artikel niet steeds in alle opzichten bekend is, bevelen wij de lezing daarvan nogmaals bijzonder aan. De toename der Reserven bij de plaatselijke Boerenleenbanken. In ons vorig nummer spraken wij over de Reserves van de plaatselijke Boerenleenbanken. De Reserves van de meeste Boerenleenbanken nemen ieder jaar toe, en wel gezamenlijk, met een flink bedrag. Toch zijn er nog enkele Boerenleenbanken die in plaats van reserve te hebben, geleden verliezen moe ten inhalen. Vooral deze laatste moeten trachten door voorzichtig en zuinig beheer de verliezen in te halen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1935 | | pagina 6