3379
Hieruit volgt dat de aangesloten boerenleenbanken in
1933 meer hebben belegd bij de Centrale 1.190.684,69
terwijl de debiteuren hebben afgelost 948.120,78
Mitsdien hebben de aangesloten boeren
leenbanken in geld aan de centrale afge-
dragen f 2.138.805,4/
Blijkens het jaarverslag over 1934 was het accres der
inlagen in dat jaar nog aanmerkelijk grooter. Niet min
der dan ruim 6 millioen j 6.375.035,19) vloeide weder
om toe aan de Coöp Centrale Boerenleenbank te Eind
hoven.
Krantenberichten uit den laatsten tijd komen deze
verschijnselen onderstrepen.
Bij de Boerenleenbank te Veghel met 213 leden werd
in 1934 ruim 23.000 meer aan spaargelden ingelegd.
In de veel kleinere gemeente Lieshout bedroeg het
accres ruim 10.000.
Een ander bericht meldt dat in de gemeente Asten in
Juli voor het begin van kermis ruim 6000.door de
z.g. (kermis)spaarkassen werd uitbetaald.
Voorwaar er was wel reden voor wantrouwen, tenzij
de kosten van levensonderhoud op het platteland zoo
laag waren, dat ook bij in onze oogen geringe inkom
sten, toch nog belangrijk kon worden bespaard en op
deze wijze o.a. het verschijnsel „in auto's van den
steun" verklaard kon worden.
In den R. K. Boeren- en Tuindersstand geeft H. U.
een antwoord op bovengenoemd artikel:
Tegenover de opvattingen van den heer Zeij wil ik
thans mijn standpunt uiteenzetten. Ik acht het van
groot belang zoowel voor den landbouwer als voor de
belasting-administratie, dat er een goede samenwerking
bestaat tusschen de landbouwboekhoudbureaux en de
belastinginspecties; van wantrouwen mag geen sprake
wezen.
De Centrale landbouworganisaties hebben van hun
kant alles in het werk gesteld om een goede samen
werking te verkrijgen: zij hebben een Commissie Be-