MAANDELIJKSCHE
MEDEDEELÏNGEN
No. 231.
NOVEMBER 1935
VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE
BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN
Boerenboekhoudingen en de Boerenleenbanken,
Er is in den laatsten tijd eene interessante kwestie
besproken, waarbij ook de Boerenleenbanken werden
betrokken.
Een Inspecteur van de directe belastingen meende de
resultaten der boerenboekhoudingen te moeten wan
trouwen, wijl de Verslagen van de Centrale Boeren
leenbank te Eindhoven aantoonden, dat over 1933 en
1934 meer was ingelegd dan terugbetaald.
Daarom had de Inspecteur enkele boerenboekhou
dingen gaan onderzoeken en hij had drie gevallen voor
den Raad van Beroep gebracht. De Raad van Beroep
besliste echter ten gunste van de gegevens van de Boe
renboekhouding.
Bovenbedoelde Inspecteur stelde, naar aanleiding van
de geringe bedragen, waarvan een eenvoudig boeren
huisgezin kan leven, een nieuwen maatstaf voor van be
lasting, waarbij deze kleine inkomens in evenredigheid
meer zouden getroffen worden dan de inkomens van
arbeiders in de steden en de andere belastingbetalers.
Zoowel in het Weekblad van den Noordbv. Boeren
bond als in den R. K. Boeren en Tuindersstand werden
de argumenten van dezen Inspecteur voldoende weer
legd.
Voor onze lezers is het echter van belang te weten,
op welke wijze de Boerenleenbanken in deze zaak be
trokken werden.